SPËCHT - TRIPTYQUES

Artiest info
 
facebook
label: Zephyrus Records

De naam klinkt nagelnieuw, de band bestaat al een tijdje, maar herdoopte zich van “Hands in Motion” van wie de debuutplaat “Dawn” van twee jaar geleden voor erg veel lovende recensies zorgde, tot “Spëcht”. Geen idee waarom de drie kerels die erachter schuilgaan, dat beslist hebben, maar wat mij betreft mogen de drie vooral blijven doorgaan op de ingeslagen (!) weg. De drie, dat zijn Simon Leleux, Robbe Kieckens en Célestin Massot, die elk onder eigen naam best al één en ander bijeen gespeeld hebben én die, elk in hun eigen hoek van ons land, menigeen de eerste beginselen van de percussiemuziek bijbrengen.

Deze nieuwe plaat onder nieuwe naam kreeg een wel erg toepasselijke titel, die in ons landsdeel “drieluiken” betekent. En jawel ze bevat negen nummers, netjes opgedeeld in drie groepjes van drie, waarmee de drie kerels laten horen waartoe ze, percussie-gewijs allemaal in staat zijn. Ik kan me voorstellen dat nogal wat mensen zouden durven aarzelen om dit te savoureren, maar wees vooral gerust: hier wordt aangetoond dat je, met slechts een batterij aan percussie-instrumenten en enkele toetsenbewegingen, best een bijzonder verteerbaar en melodieus menuutje kunt samenstellen. Variatie genoeg: vanuit de rustige kalimba-intro op 1.1 wordt een versnelling hoger geschakeld met 1.2 en werkt het trio naar een onmiskenbare climax in 1.3.

Mij -gewone muziekliefhebber zonder enige scholingsachtergrond- verbaast het telkens weer te horen welke melodielijnen goeie muzikanten als deze uit hun instrumenten met ogenschijnlijk beperkte mogelijkheden kunnen puren. Toegegeven, de soundscapes die op gepaste momenten doorheen het slagwerk geweven worden, maken de dingen wat toegankelijker, maar toch zijn het de vaardige vingers en de snelle handjes die de verschillende klanken van de darbuka, bendir of cajon tot heuse muziekjes weten om te toveren.

Deel 2 kent een ietwat ander verloop: een behoorlijk intens “2.1” doet je aan Brazilië denken, terwijl je veel Oostelijker terecht komt met “2:2” -maar vraag me vooral niet de verschillende trommels en roffels te identificeren. Het werkt wel, al kreeg ik vanuit de rangen van de huisgenoten wel wat bemerkingen te slikken. Die namen in graad af bij het horen van ”2:3”, dat mij richting New Orleans leidde.

De afsluitende tien minuten van deel 3 zijn gevuld met voornamelijk Afrikaanse en Aziatische klanken, die in “3.2” een beetje gaan zweven en vooral weidsheid uitstralen en uitmonden in een heuse trance, zoals je ze weleens uit Marokkaanse hoek hoort komen aanrollen. Alle bemerkingen van huisgenoten ten spijt, vind ik dit een heerlijke plaat, die boeit en verrast, maar die toch ook flink uitnodigt om dit live te gaan meemaken. Dat wordt vast een belevenis !

(Dani Heyvaert)